herhaal: de nacht schuift in de nacht haar laden
uit. een f blijft in jouw oren suizen. steek nu
jouw hand in kokende soep, voel de ui, hoe
hij groeide. een huis met 2000+ orchideeën.
je slurpt woestijnen op met een rietje, droog
stof walmt uit je neusgaten. het hoge blauw
wordt geel, goud, purper, blauw. als je snel
tot vier blijft tellen wordt de één een vijf. ‘Ik’
draait zich om: het duister wijkt, een heliosfeer
glijdt langs jouw hals, een brokstuk blaft, de zee
is zacht, de hemel wacht, jouw adem is een gas.
‘als jij een Venus bent, dan lig ik als een oppergod’.
de strijd is bloed, je ziet maar hoort de modder niet.
je bent snel. jouw hand brandt fel. dit is jouw hel.