de dreun. het zwart deint uit in het lege. j’ai tellement faim.
je hebt het uitgedoofd, het vuur geroofd en het is blij
dat alles weg is en gedaan. het maakt cirkels als een zwerm
van zwart verdriet. het klaagt niet. niemand ontlokt het nog
een lied. werktuigmatig schrijft het al het schone, ware
van zich af. bek. bouche. blauw. af. samen daar staan klaar
als twee stalen taal wat er was. ledig, want jij droomt het uit,
moordt ten volle. een monsterlijk geluid. het mist jouw vingers
op een huid. jouw armen voegen zich bij armen die er niet meer zijn.
jouw vingers krinkelen in vingers die er niet meer zijn. jouw
hoofd rust op een kussen dat er niet meer is. jouw hand
verdwaalt in handen ver van hier. het sluit niet. alles is zo rauw,
zo open. niets is het niets, datum dat het is. laat het. het expireert.
in het gat van de honger hongert de honger enkel nog naar honger.
inputtekst 11/05/2009, zie aldaar