drie kale lampen op een rij bengelen boven ons. het
is crisis. onze lijven druipen van verdriet. men bindt ons.
wij hebben schuld. ons treft blaam. dure verhandelingen
worden over ons geschreven en oude lyriek slap
en klein gezongen op een walsje van verlangen. rot.
het tegendeel van ons gelijk lijkt meer op wat wij
zeggen. wij vallen af als schil en overdaad in diepe
putten waar de doodswalmen ons dronken maken.
kaalslag. tot stof en zand op rots vergaat de wildgroei
die nergens wortel schoot. droogte. spierloze aarskaken.
de klaagkelen vijlen gestaag alle letters open. een kern
splijt van zwakte. klankorkanen treffen dan de oorkanalen.
de heetgewreven tekens zoeken hitsig naar betekenis. vieze
kevers plokken hun kladden op de liniatuur. het pornolettrisme is