slik. het glijdt door mijn skelet,
een veelheid aan elkaar omzwachtelende slangen.
ik zit versteend in mijn gestalte nog, een verte,
mijn onderlip gegoten om het glas met gif.
kijk: dooi. de ware
toedracht van het menselijke in mij
sijpelt binnen. u. ik
schrik. slik. het monster ik
bent u. wie had dat gedacht. snel. beweeg en
slik.
slijk hoeft niet erg te zijn. verregen uw gelijkenis
gerust in mij. eigen zwaarden hakken in mijn hoofden
wel de wildgroei af. liggende vingers zullen tintelen
als ontlaste sintels. armen stoven.
primitief blijft steeds ons begrip van het begrijpen, onhandig.
het schiet niet op hier, niet met de fles,
niet met dit kutgedicht. het denken
vertroebelt wel maar het weten wil niet weg.
ik had u er liever niet bij, dat klopt, maar dat heeft u nooit eerder weerhouden. ha, daar, gelukkig: het zwart valt zwart
op mijn zwart.
inputtekst : 7/04/2009