nergens in dit dampenland verdraagt men nog
dat ik mij zo letterlijk verwoord. afzichtelijk
derhalve en zwijgend tenminste sta ik als boom
tussen de bomen, met bloesem op mijn schrielte.
jouw dag is mest. jouw stem vorkt mij af
en terwijl jij triangelt
diep in het engelachtige,
gieren de kraaien.
ik behoor de bossen van onwil
en jou toe, maar jij luistert
enkel nog naar het godwijf dat mij
in jou zo lekker zacht
verkracht: o
agape.
inputtekst: 1/4/2009