In ‘Kierkegaard’, het posthuum uitgegeven deeltje van de reeks ‘Monografieën’ van Kok Agora / Pelckmans schuwt Bernard Delfgaauw de grote terts niet om zijn inschatting van het belang van het werk van de productieve Deen duidelijk te maken:
“Mijn persoonlijke overtuiging is dat deze schrijver nog steeds (ook door mijzelf) onbegrepen is, en tevens dat hij meer dan wie ook het denken van de volgende eeuw zal beïnvloeden, meer dan Kant, Hegel of marx, meer dan Heidegger of Wittgenstein.”
(Bernard Delfgaauw, Kierkegaard, ISBN 9028918191, p.39)
Het lukte Delfgaauw net niet om deze essays nog bij leven uitgegeven te krijgen, maar hij had er veel voor veil, om niet te zeggen dat hij er in het zicht van de eeuwige dood als gerenommeerd kenner van de hedendaagse filosofie er zijn geld durfde op zetten dat deze eeuw een Kierkegaard-eeuw zou worden.
Nu ja, de 21ste eeuw is ondertussen ook al Deleuze-eeuw geweest, en Foucault-eeuw en Sellars-eeuw en een wie-hebben-we-zo-nog-eeuw. Een Trump-eeuw is het eerder, misschien? of de eerste en laatste halve eeuw? We weten het niet, gelukkig maar en laat ons dat soort nonsens maar daar afsnijden waar het te komisch wordt, of te triest.
Schrijven op leven en dood
Want het is geen koers è, het schrijven of het denken, en momenteel zijn we gezien het grote intellectuele débâcle alom vooral allemaal dikke verliezers. Met doldraaiende groei-geobsedeerde bedrijven als universiteiten, stelselmatige en streng-visieloze politieke cultuurafbouw, populistische verkettering van alles wat zelfs maar de schijn van een gefundeerde mening of intellectuele onderbouw heeft en een totaal ingestorte Disneyversie van wat ooit de ‘Republiek der Letteren’ werd genoemd mogen we al blij zijn dat er in De Sleghte toch nog een kwart rekje Klassieke Literatuur resteert (begin dit jaar was het nog een half rekje, in Leuven).
En met schrijven op internet verdien je niks dus …
Soit. Het Deense woord voor schrijver, auteur is ‘forfatter’. Het komt van het Middel-Laag-Duitse ‘vorvaten’ waaruit later ook het Duitse ‘Verfassen’ is gegroeid. Meer dan ons ‘schrijven’ legt het Deense woord de nadruk op het gerichte maken, het bewuste samenstellen, de compositie en minder op het handwerk, de donkere vingers.
Onze ‘schrijvers’ die doen nog wat. Op hun blote reet in een fauteuil liggen ter promotie van het nieuwe prefab-bundeltje, bv. Maar neen, serieus, in de Lage Landen blijft het handwerk, zo’n woord doet echt wel iets met de perceptie van de functie die het benoemt.
Nu, het auteursbegrip is bij Kierkegaard, net als bij Yeats overigens, een Yeats die echt ‘auteur’ wil worden genoemd, die ook de autoriteit van een auteur betracht heeft en bereikt, toch ook weer licht anders, daar, bij beide schrijvers is het auteurschap een live-or-die begrip.
Leven = schrijven voor deze dode mensen, niet meer maar vooral ook niet minder dan dat. Ik begrijp hen volkomen, wat dat betreft. Zij schreven misschien om de meest diverse redenen, nu eens om een liefje in bed te krijgen, dan weer uit wraak of wrok op een vader, dan plots omdat het Vaderland dat van hen verlangde: whatever.
Maar al die motivaties dienden slechts om de onmacht te verhullen die er achter schuilde: zij schreven uit noodzaak, omdat ze niet anders konden, omdat ze eigenlijk al als dode letter geboren waren en enkel hun leven voor zich uit zagen gespreid als een te beschrijven weg, een parcours doorheen het oneindige veld van de mogelijke geschriften. Die onmacht is uiteraard ook hun kracht, hun gebrek aan alternatief dan die ene weg van het schrijven is hun grootste rijkdom. Het kan mij, het zou niemand moeten kunnen verbazen. Het auteurschap, zo blijkt uit al mijn onderzoeksresultaten tot op heden is geen recht voor deze schrijvers, het is een plicht, een lot, een fatale roeping.
Zo staat het ook in de Annalen van de Neue Kathedrale des erotischen Elends ingeschreven (voor die Annalen: neemt allen uw geugle tekstinvoerspleet , typt ‘Kathedraalauteur’. voegt er voor alle zekerheid misschien nog ‘Vilt’ bij of ‘Vekemans’ en duwt op ‘enter’): auteur wordt je niet, je bent zo geboren en de functie, een Mission Impossible, should you chose to accept it, is er een voor het leven. Het staat u ook vrij om te weigeren en te sterven natuurlijk, die deur is altijd open.
Aldus ook bij Yeats en Kierkegaard. Ik kies die niet zomaar è, toeval is iets voor nieuwslezers, daar staat alles wat ze moeten lezen ’toevallig’ op de autocue.
Dat maakt hun auteursbegrip natuurlijk ook ontzettend complex want het is voor hen en voor ieder die hen doorgronden wil het centrale knooppunt in heel hun denken, het Rome waar alles vertrekt en alles ook weer toekomt .
Ik haal dat hier effen aan omdat of/of, het Kierkegaard-programma natuurlijk past in het ‘auteursonderzoek’ van de Kathedraal, een programma dat richting wil geven aan de opmaak en de invulling van een hedendaags auteursprogramma en dus al doende misschien enige vage noties als antwoord zou kunnen waarneembaar maken op de vraag welke functies een hedendaagse auteur zoal kan vervullen.
Ik stel het zo voorzichtig omdat zelfs met al die omhaal zulk een onderneming uiteraard verschrikkelijk ambitieus is en quasi geen enkele kans op slagen heeft. Maar de NKdeE is nu eenmaal een programma dat het Onmogelijke zoniet waar dan toch al denkbaar wil maken.
De tijden, zij zijn veranderd, mijnheer
Nu zijn er denkelijk sinds de tijd van Kierkegaard en later die van Yeats vier ingrijpende veranderingen in de globale toestand der menschen waar te nemen die dermate objectief zijn dat ze niet echt tot het intellectuele leven als dusdanig behoren en die vier gebeurtenissen zijn denk ik dus te duiden als voldoende ‘extern’ aan het auteurschap om ze als veranderde expressiegrond te lezen waarop het concept van de ‘auteur’, de auteursfunctie als beweging zich is beginnen uitdrukken.
U merkt terecht op dat er zich een zekere bipolariteit in mijn bewoordingen begint te voltrekken tussen de functie als beweging enerzijds en de uitgedrukte functie, de expressie ervan in het expressieveld anderzijds. De Deleuziaanse ondertoon daarbij is onmiskenbaar, Deleuze is en blijft een expressionistische Spinozist, het virus Vekemans dat in dat kluwen huishoudt is verder zwaar drachtig van de Tao, maar het blijft een semi-rationeel mensgericht denken, hoe E.T. het verder ook moge klinken.
Het menselijke denken is nu eenmaal binair bepaald, daar is geen ontkomen aan. We denken steeds in of/of en Deleuze mag daar tien keer en/en van maken, dan nog is die welsiwaar correct corrigerende en-filter slechts een kleurlaagje voor het felle licht van de immer Splijtende Rede, God’s Diaresis, een Divine Roede die de aarde en haar kruipsels geselt tot ze blaken in het Licht van zijn Zijn.
Diezelfde splijtoperatie levert de vier gebeurtenissen op die het auteurschap noodzakelijkerwijze zullen gaan bepalen nà Kierkegaard en Yeats. Ik drop ze hier effen zodat ze kunnen zinken in de smurrie van het u Toekomende Denken, een heel Vies Beest als ge het mij vraagt, maar dat ga je niet snel doen denk ik, want dan krijg je dit soort schier eindeloze uitleg op je brood.
Een lijstje van wat er fundamenteel veranderd is dat een externe invloed kan hebben op enig auteursbegrip:
– Hiroshima, of de tastbare finaliteit van de mensheid in eigen handen, zelfs
– Auschwitz of het failliet van de Verlichting
– de cybernetica, de IT en de mogelijkheid van een AGI
– de onstuitbare, autonome en suicidale Rede van het Kapitalisme
Lijstjes zijn handig soms.
wij allen, enkeling
Wat Delfgaauw in dat boekje ook voortreffelijk doet is het duiden van het concept van ‘den enkelte’ , de enkeling, bij Kierkegaard. Voor K geldt: waarheid=subjectiviteit, maar dan niet de sunbectiviteit als dat wat de objectieve wetenschap probeert van alle feiten af te krassen om tot een algemeen-geldendheid te komen.
Kierkegaard is een Kathedraals denker in die zin dat hij al het top-down denken verfoeid omdat het vervalsend werkt en reducerend. Het ware is altijd specifiek, particulier, individueel en enkel wanneer het individu zich volledig als eenling als singulier persoon kan uitdrukken komt de mens tot volle ontplooiing. Ik herhaal hier maar flauwtjes het toch wel erg lucide ‘onbegrip’ dat Delfgaauw van Kierkegaard ten toon spreidt, omdat meer ook niet aangewezen is: Kierkegaard dien je niet te consumeren en samengevat weg te zetten in je culturele bagage, de geschriften van deze rasdenker dien je rustig te lezen en mee te denken, zodat je tot een Kierkegaard-beleving kan komen, een waar genot moet ik zeggen, nu al, nog slechts enkele honderden pagina’s beleefd te mogen hebben.
Wat je dan wel dient te ‘weten is dat het kernbegrip van de ‘enkeling’ het hele auteursbegrip van Kierkegaard bepaalt ook. Op die manier verklaart de titel van dit stukje zich echt tot een command prompt, want het geeft aan ieder die dit leest te verstaan dat wij allen ‘auteur’ dienen te worden in de zin van ‘enkeling’, dat iedereen het onvervreemdbare recht heeft om zich te emanciperen tot een eenling die als gelijke met de anderen participeert aan het Grote Tekstverloop in het Gebeuren, hier in deze kleine enclave van relatieve traagheid en ‘humane’ zinvolheid in een verder volstrekt onbegrijpelijk universum.
Maar om die executieve code naar behoren te kunnen lezen hebben we nog een hele wag te gaan in dit langs alle kanten rammelende ‘auteursprogramma’ waarvoor vooralsnog geen deftige compiler voor te vinden is, laat staan een operating system met voldoende resources om het te runnen.
Die laatste zin, overigens en als uitsmijter voor deze feesteditie van of/of maakt meteen duidelijk waarom dit soort schrijven niet in het Engels kan, een taal die hopeloos gecorrumpeerd is door volstrekt inefficiente object-georiënteerde, en nodeloos ontologiserende code.
Delfgaauw heeft een nefast effect op de productie van haiku’s, dus heb ik er een etmaal laten overgaan om deze aflevering van of/of met een Ferreriëske strandscène als passe-partout af te sluiten
La ci darem la mano strandwaarts reppen zich de tuimelende golven: de zee komt aan land.
lees meer over Kierkegaard in de reeks ”of/of”