AVIS Argumentum : Hunc miseri tumulo ponentem corpora nati garrula limoso prospexit ab elice perdix et plausit pennis testataque gaudia cantu est (Ovidius, Metamorfosen VIII) Heropen hoe het niemand is en daal in cirkels af, stoot door het dorre vel en grijp naar wat twee vlinders van hun vlucht bewaren. Bol dan driemaal de zeven […]
Maand: juli 2018
het nieuwe is bron van de herhaling
In ‘Kierkegaard’, het posthuum uitgegeven deeltje van de reeks ‘Monografieën’ van Kok Agora / Pelckmans schuwt Bernard Delfgaauw de grote terts niet om zijn inschatting van het belang van het werk van de productieve Deen duidelijk te maken: “Mijn persoonlijke overtuiging is dat deze schrijver nog steeds (ook door mijzelf) onbegrepen is, en tevens dat […]
alleen de staande poort aanvaardt de berg
II Er was verhevenheid die losgewaaid op marmer rustte: een waas in cirkelvorm, dor gras, of als het binnen was, de geur van hondenhaar indrukbaar tot een plaatje harde draad. Er was een zondvloed van al vluchtige en jij die haar getrouw het brood doormidden brak en heersers met de kruimels voedde. Maar niemand had […]
ARTES Argumentum : ‘Icare’ dicebat : pennas aspexit in undis devovitque suas artes corpusque sepulcro condidit, et tellus a nomine dicta sepulti (Ovidius, Met. VIII) I. Aldus (en onaflatend wordt de naam in verse graven bijgezet) heeft het jou steeds bestaan : een lijn vraagt in het leven om bevestiging, je draait een krul om […]
aan de rand van het licht is er nooit rust
Noot betreffende dit tekstuele gebeuren: Ik heb over Kierkegaard ook alleen maar wat Wikipedia en het boekje uit de reeks ‘Kopstukken uit de filosofie’ gelezen, en van hemzelf enkel vluchtig ‘De Herhaling’, dus een ‘kenner’ ben ik zeker niet. Maar het boeit mij dus ik lees graag verder, samen met u, als u dat wil […]
of/of (2)
Bij gebrek aan god kunnen we geen categorieën van godsbewijzen meer presenteren, rijkelijk gespekt met uitgewerkte voorbeelden. Spijtig toch, want dat was best wel amusant en zeer stichtend voor het redeneervermogen van zowel het schrijverken als het publiek dat in die schielijk vervlogen tijden ook nog de tijd had om zich in het geschrevene langdurig […]