Met open mond aanzie je telkenmale de zonsverschuiving, hoe ze van je vingers af vergaat en op de tip van je tong die haar instemmend toeklikt, ligt in de heilloze nacht als laatste knik de geblokte naam die je ophikt, waarna het hoofd het melkwitte tafelblad rijkelijk aandikt. Onderhands tikken de nagels vergeefs nog een […]
Maand: juni 2018
o wit gordijn dat nu verschijnt, dat oplicht van het verre weg, de vage maan en weer valt in het duister vlak, het dichte donker vlak bij mij: ademwaas in weke schijn opgaand van de diep gezonken zon, nanacht met de verse geur van gras, zomerstreling die volmaakt gemis onthult en naakt en mij laat zien […]
Bijna kinds aandoenlijk al, dit tekenen namelijk van dingen als wolken tegen een ongehoorde zon. Het zomert, maar hoe vet je ook de lijnen aandikt, zichtbaar blijft het slechts waar het ophoudt. Zoals het hoort, denk je, kind dat stijfhoofdig toegeschoven lege flessen vult, zo koester je de dampen, wil je vast de kringloop van […]
Delicaat, als in reclame, ligt haar hand, nog nat, net nog, ach: laat maar.
Terwijl je de hand aangrijpt, herlegt die zich duizendmaal eerder al in de plooi, zoals net zo vele dingen de kus op een gekloofde lip kil droogwaaien. Terwijl je al in een schip de wereld af wil varen, blijkt net dat het een bolwerk is, en jij, ermede ingenomen, prijst het al van renaissance de […]
panta rei
λέγει που Ἡράκλειτος ὅτι ‘πάντα χωρεῖ καὶ οὐδὲν μένει,’ καὶ ποταμοῦ ῥοῇ ἀπεικάζων τὰ ὄντα λέγει ὡς ‘δὶς ἐς τὸν αὐτὸν ποταμὸν οὐκ ἂν ἐμβαίης.’ > Plato , Cratylus 402 Vertrekkend uit het eensklaps toegeslagen donker toont het wat het toont aan hem die net een vorm van weg ontwaarde, op het punt staat te […]
Bezoek je een stad, verwordt ze voor je ogen, verheft zich en midden de werf is ze al jij met je kind en zij met je kind en wij met je kind, kortom de hele etage van het plein zodanig zonnig lachend vergeten, dat de treinen al vertrokken zijn in de bel waar je stond […]
Voluit een roos, spreek je haar uit : blauw, zeg maar, als het blauw in het glas van een blauwe knikker. Trapsgewijs misschien raak je haar aan, af? Niet: geluid dat ze dan niet maakt alsof je een vlezige oorschelp een vraag krabde. Een verhaal tot stilstaan toe bezongen, zeg je,zang, maar onderdehand… dv2018 – […]
variatie op een thema van Lien Tallon meesterlijk ik spreid momenten voor mij uit: geen gebaar dat niet volstrekt gevat in wat vooraf perfect bereikte al hoe het geweest zal zijn en dus zichzelf niet gunt gebaar te willen zijn. bij het leggen op gelijke afstand ontstaat er merkbaar afscheiding in het ondeelbare zoals […]