onvoltooid straalt de terp van de toekomst
Maand: juni 2018
Spelen dat het donker wordt: zo dook de boeman nacht gebrild op ski’s de kamer in, brak daverend het raam tot een spiegel van waarachtigheid. Kijken dat het je ernst is : met lampen op je hoofden een rimpelende voetganger waar een haarlok klefte, voor je het gordijn dichttrok. Dat het donker werd, speelde jeen […]
eensgezind klikt het tijdslot zich op slot
de vos bewaakt van ver de bron de werker hijgt en pompt al uren, geen water ooit geeft branden weer. de dames deftig duelleren fel het hart is hel, de tongen vuren, hun brand gaat in het bos tekeer. de uil is heer en wendt zich af de molen maalt de winden om de dronken […]
de draak daagt in het oosten de dwaas is veilig opgesloten de cactus armt, de heks wil hond het zit de paarse fee niet mee: ik word wakker en mijn dromen worden zee.
I Gouden kruin, hemeloog, spiegelende zilverschaal, bronsbuik en onderaan de sijpelende brak water- kraan, loodzwaar op in de lassen lossende stellage van sterrenstof : sic, zo, het, jij, on-ik, japetmanskunstje, strompel je land- inwaarts, stuik je de eonen in. II Kansloos verankerd, tragisch begint het je dan te dagen. Kraakscheur, eerst, in het zeil, vleesrot […]
onder aan de berg valt ijzig de wind
Zonneklaar is deze eeuw het al niet meer te krijgen dan toen de maan daarin nog leider was. Je gebaar, gewiekste kramer, is slechts belangeloos voor hen die ’s nachts de markt bepraten. Openbaar gist het geraamde tal lijken tot hun aangezicht dit heden niet meer binnen kan. Sluit haar maar binnenskamers, ransel van geen […]
Toen in stilte mij vergeten al uw ruisen overdonderde en, verdord, een druppel regen mij een zondvlaag horzels in de nek was, brak mij nog van u ontdaan elk streven af op haarfijn cru gerekte, zeeomspoelde stippellijnen; toen brak, als steen van roos gebarend ik, in mijn kalende zwijgen op de kiestoon af en zei […]