14 sonnetten – 5

De barst breidt uit. Een lauwe wind bekrast het zilverwerk in bomen, een merel vreet zich geel gebekt door ’t laatste ijs de modder in. Als hersenvocht vloeit uit de open huizen in dampend grijze golven vol van hondenhaar de doodsbevlekte winter weg: de angst verbeeldt zich in een groet, een overslaand gebaar, een schoongemaakte … Meer lezen over 14 sonnetten – 5