Een voetnoot nog, een praatvaar op pamflet,
een buitenkans is dit gekleurd missaal
door Congolezen in de gleuf gemurwd
van dode huizen. Op kraaknette lakens ontvangt
met zure port en toastjesmeel het salon
de maandagavondrevolutie. Verzilverd is
sinds lang het werk dat nooit voltooiing
vond, tot rosse streep geroest elk zwaard
dat zich een waarheid boorde: in een lade
die de tijd ontloopt vreet een virus al de
dagen aan en niemand kan de zee nog lezen.
Een mens, bevroren tot een vaak bekraste zuil
van rook in ijs, branden dra de letters door :
een voetnoot nog, een praatvaar op pamflet.
uit ‘Spelen dat het Donker Wordt’ (1995-1999/ rev. 2018-2019)