Valt, hoe plots ook: een goed oog erin.
Je hebt voordien en weet
hoe ook uiteindelijk het laatste
pluisje van de paardenbloem iets
raakt. Ondraaglijk echter,
telkens deze winternacht,
wordt de herinnering
aan hoe het spel het licht deed duren,-
alsof het zo niet verder kon.
uit ‘Spelen dat het Donker Wordt’ (1995-1999/ rev. 2018-2019)