‘het leven is eigenlijk één grote meditatie’
een Wijze in Tienen
in talloze pixels ik droomde mij jouw glanshuid
maar versmolten met asfalt en rubber het affe shot
verstoof en de dood werd een snakbare portie genot.
een strandogenblik werd het waar een jij-ei verloederde
tot een doorschijnende brij verglijdijen langs mij.
ik was de sloep die weigerde jouw zuchten te slurpen,
smeerde ons als sterrenglinster kwistig uit op de bast
van de nacht, borg het gesteun weg bij het uitblijven
van haat, het onvermijdelijke substantiveren van liefde.
de wekker kwam, uw woord werd wet en de waarheid brak los
in de kamer, de schaduw versplinderde met splijtende lichten,
stak in plafonden het stof van de rede uit spleten, schoof
mij pantoffels om de oudere voeten en zette in ’t schelle
de toon en de galm en de stem: “komt, gij allen, het is voorbij“.
verdriet binnen de woorden vergroten hun gebreken zoals de stoelen buiten het vallen verhogen van de regen