Blauw rondom de galmende ruimte met, net als in kathedralen eertijds gezangen, het snerpende snijden van zandsteen ter verstomming van de enkeling die niets gegund dan in orgelpunten stilte het rustgevende razen van veraf het stadsverkeer, gehurkt de kogel draagt die aan draden hoog gespannen hem een holte drukt in het achterhoofd : zo boort […]
Maand: mei 2018
bliksemschicht
τὰ δὲ πάντα οἰακίζει κεραυνός onze lusten als water ter plaatse een rijzen en dalen de lijfjes rode trilharen in de koude adem van het niets. onaantastbaar vordert het ongenaakbare, ongezien vernietigt het en zonder onderscheid het vreet waarvoor wij elkander ter dood bestrijden, die heftige krampen wat wij in de mond nemen als […]
bliksemschicht
τὰ δὲ πάντα οἰακίζει κεραυνός Herakleitos, D-K 22B64 onze lusten als water ter plaatse een rijzen en dalen de lijfjes rode trilharen in de koude adem van het niets. onaantastbaar vordert het ongenaakbare, ongezien vernietigt het en zonder onderscheid het vreet. waarvoor wij elkander ter dood bestrijden, die heftige krampen wat wij in de […]
Niemand had dit loon. Het werd hen, de toegewijden, trouw toegediend : de blonde haren die vergelend sluik haar ogen derfden, haar mondje droevig vol verwondering en hij, vergeefs nogal en droog des ochtends als doordrenkt papier van kranten de tafelen opgedrukt. Merz. Steeds vaker en dieper dan ooit stootte de gedachte door : het […]
Beperkt tot het park in de stad staat de maan en spiegelt zich een honds bestaan in de vijver verwaterd, verwijfd door wandelaars, als vrouw ingelijfd in hun spraak van zon en zij moet zwijgen. Kaal en wild rees de maan in jouw nacht, een vrouw met een lijf dat sprak zoals jij, naakt met […]
voor Muriel D. °29/05/1971 – †4/4/2018 als de helderheid stoort, is de bezigheid duister. als de woorden scheuren, zijn de daden bot en rot. als de schijn bedriegt, ben jij het zelf die liegt. ik heb de wereld de wereld gelaten. ik heb de liefde met liefde verlaten. nu het schone het schone kan […]
Zo klapt hij uitgebeend de ochtend in en zingt hij schor de bloemen toe op het van vocht verschoten behang : harba, harba harba lori fa. Zo droomde hij van water : hij erin en hij het water, urenlang tot de zon hen riep van zwemmen moe : harba, harba harba lori fa. Zo ziet […]
Op het onmetelijke ijsveld dagelijks het inslaande woord dat zich wederkerend door de herinnering van dingen naar hun stilte, stilstand boort. Duizend Poolse moeders zoeken broodloos, zwak, de Oostzee af, richting Kattegat. Daar verdween die niets hoort een schaatser, duider van het wak.
Bloemen bogen, takken zongen mij en bomen spleten voor de letters van mijn bril. Mij mede viel geen woord te houden, het sterft nu als kreet het landschap in en de treurnis smaakt zoet om al het verdwijnende. Suikerranden, fruit en fancy, vliegen in het leeggezogen glas, spinzieke poes op mijn buik. Van niets ontstane […]