ik ben met dromen uitgewassen; verweerde triton van marmer in de waterplassen; de hele dag lang kijk ik er naar de schoonheid van de dame alsof ik schoonheid kon verrassen voor de reeks die ik verzamel, blij om door het oog te varen of recht in het opmerkzaam oor, verrukt om hier te zijn maar […]
Maand: februari 2018
van nu en dan
de zon verblindt ons nu des ochtends de avonden verduisteren de avond de nacht dikt nachten aan en toe de hoofden slaken spraak en stilte het zwijgen wekt de golven woede het spreken lokt de angsten uit. zij lacht niet om, zij houdt niet van, zij leest niet, vraagt niet, ziet of hoort niet dat […]
Miraval
De mond van de Heer verhing zich in de bergen. En de mensen verdaagden de dag naar de nacht. De storm aasde in het oog van de storm op de plof van haar eenzame stilte, de kracht binnenin. Ik zag de kinderen krijsen tot de ouders hen de schedel spleten, ik hoorde vlees en bloed […]
nu de daad gebaart in droge kronkels van het net niet raken aan de kiltetegels dood en als het straks van grijze lippen niet wil nippen, als het straks van starre tongen niet wil likken, als het straks op zoek naar het moment de monden met monden in de haatmonden open spalkt, doen vloeien te […]
Neen, niet die van De Kampioenen. Over W.B. Yeats, omdat ik daar nogal mee bezig ben, de laatste tijd. Het is daarbij aangenaam om te merken hoe grondig rationeel Yeats is in zijn zoektochten, ondanks alles in zijn beweringen wat wij nu (terecht, meestal) afdoen als flauwe zever. Hij zoekt bijvoorbeeld een verklaring voor instinctief […]
tumult
droom van stof een droom en zie de ogen tranen: barsten zweren in de oorgang, bloed streept uit de mond, hele delen van het hoofd verwelken, armen vallen week van schouders. krasse vleugels schuren hemels open en de maan schiet op hun zweven af. het rennen ploft door rotte benen het dansen en het zingen […]
mijn noodlot wacht dat weet ik daarboven ergens in de lucht ik haat de mensen niet die ik bevecht, ik geef niet om hen voor wie ik vecht mijn land dat is Kiltartan Kruis mijn landgenoten zijn de armen daar geen verlies is daar weldra mijn dood niets van hier verkleint aldaar de nood geen […]
helder
mijn lichaam brak mijn stem versteende mijn taal werd gruis daken stormden op de hemel af vogels weken wiekend weg schuim bedekte de rivieren. afgemeten nu in ijskristal versteven adem in jouw hijgen waaronder donker verzwonden onze woelende watermonden.
“The doctors of medicine have discovered that certain dreams of the night, for I do not grant them all, are the day’s unfulfilled desire, and that our terror of desires condemned by the conscience has distorted and disturbed our dreams.” W.B. Yeats, Per Amica Silentia Lunae XII, 1917 -> waar is het woord wie zal […]