het gelaat en het is wat het is
en het vervallen mannenvlees vervalt en vlees kapt vlees van ’t bot
dikke plakken zakken in de zompe varkensgeulen en kalm maar
drammerig de volgzame dames kokhalzen en luide boeren zij
de in gemompel vervallende bevelen vanop hun wakke hoogte
en de herenessenties zwiepen als wormpjes aan vishaken uit de
vette herenlijven en woordalen persen kolossale alen heer uit
de aalpokken op de barstende lippen van het aangezicht
het aangezicht hangt aan uw handen en aan uw kleren
het aangezicht druipt langs uw benen in uw linkerschoen
het aangezicht herpakt zich een seconde in de spiegel
tot een aangezicht dat ook bekend stond als uw gelaat
en uw gelaat is het gelaat:
- waarvan de ogen guren uit twee dompe zweerwolken
- waarin de pus uit gaten druipt waar ooit de neus niesde
- waarvan de kaak somtijds aan het schouderblad blijft haken
- waarvan het verstervingsweefsel één wordt met het hersenrot
- waarvan het tandengruis ritmisch in de tong van leder zeeruist
- nu ook in handige slurpverpakking
en het is wat het is.