weet ge wat schoon is vroeg ze nee
zei ik en ik wees naar haar bollen
uw bollen zijn wortels zei ik ja zei ze
maar weet ge wat schoon is vroeg
ze weer en nee zei ik dat weet ik niet
onnozele piet wat schoon is heb ik hier
tussen mijn billen maar gij met uw wortels
en uw bollen weet ge wat
gij krijgt dat niet.