vierde methode Tel de wind, zuig op het vuur, snij de aarde doormidden en open de zee.
Maand: januari 2018
derde methode gooi de eerste steen bewaar samen met de gestenigde de hoop stenen gedurende drie winters in een stapelingsorde die zo getrouw mogelijk de gooiorde bestendigt injecteer na de derde winter de steen/lijkmassa met hoogwaardige isolatieschuim zodat elke holte gevuld is verwijder in omgekeerde gooiorde alle stenen – let op voor steen-beenverwarring aanschouw de […]
aarzeling V
ik blader door het zomerzonnegoud en scheur de wolkenranden uit de lucht of laat van wintermaan een langzaam licht zinken in een web van storm en schicht maar alles wat ik zo bekijk vermaakt mij tot een respectabel lijk wat werd gezegd, gedaan zo lang geleden wat ik gelaten heb, wat ik niet zei het […]
oude methode tot middernacht herhaal je het eerdere en van middernacht af het herhaalde en als de vloed slaat dan eindelijk de schotten stuk en gulpt het reine ogenzwart: als ik duw als ik vork jij staat als oester rond mij te lillen als ik jou laat glijden uit jouw schelp jouw lot is los en […]
aarzeling I -VII
I tussen uiterst a en uiterst b beweegt zich onze weg; schroeiijzer, vlammenadem brandt de tegenstelling weg tussen dag en nacht. het lichaam zegt ‘dood’, het hart ‘berouw’ maar als het dat is, wat is dan vreugde ? slapkens naar Vacillation I van W.B. Yeats: I BETWEEN extremities Man runs his course; A brand, […]
eerste methode beheer en beleef met de eenvoud van schoppenboer alle berichten, sleep met mate, categoriseer beheerst, verlangend slechts in de bredere remonstrantenkerkers de kraak- en kermbritsen en druk in de wit-rozige bloedgezangenpens bij de knapenpis het ochtendberijmde zinsnokken der jonge weduwen stevig uit op de zilverglanzende stilte van de afgeborstelde kerkzoldering. je zal zien: […]
aarzeling IV
zevenenveertig pas mijn cijfer stond ik, een vader alleen, onder een wilg aan een vijver bij zonlicht dat op water scheen, licht dat uit het zicht verdween. de wilgentakken kribbelden zacht hun wiegen in de wind op mij en plots mijn lijf schoot vol en vrij van daar was ik en alle pracht lag klaar […]
kanem
maar op een dag is je dag plots met een ander de pijp uit de dag dat je mij als pechdier met vetten, pek, schubben en wratten bedekt de deur van het nette uitjaagt. je hebt aan jezelf dan wel meer dan genoeg maar mijn zaad zit nog diep in het diep van de laag […]
aarzeling VI
’t rivierenland voor hem beneê met in zijn ruiken geur van hooi vers gedorst, de grote vorst van Choi riep en schudde af de bergensneeuw: “laat alle dingen maar vergaan”. melkwit de ezel trekt de molensteen waar Babylon of Nineve verscheen een veroveraar nam teugels vast geheid en riep tot mannen moe van strijd: “laat […]