> Het Pad van de Wenende Nacht, een theatrale supersaga naar het Zangezi-recept van V. Chlebnikov
VLAK 11 – sterfscene 451/3 – izeganz bekent zich marsyaans aan de muze
[…]
al het grove hebben we al:
wat hen uitstraalt bedekt mij
wat hen opjaagt & jent
het stroopt mij in en bedruipt mij
de walg staat in mijn holtes te stollen,
te lezen waarin ik snelde & vocht
waar ik gestremd al u nog zocht
waar zij de leegte rond de ontstemde letters van uw naam
bepotelen willen, er het licht uitpulken
mijn zoete restanten met hun rasptongen
tot glas slijpen, opglazen
tot het goudschijnt,
klaterplast,
sist
tot ze ook
in de gezichten die de hunne zijn
op aantoonbare wijze
hun namen bij de mijne met bloednagels
van nijd hebben staan krabben
al het roze al
al het bloeden
hebben we we hebben het
hier
hebben
en dan, daar
zijg neer in mijn borst
tel jezelf op tot een zwerm
vette kraaien, strijk neer en
haak je honderden bekken
in mijn bloedende klomp
waai mij in
weef mij spin mij in
met uw adem witheet
in het garen & van het
garen de windsels
wikkel mijn fophuid in balen
genummerd,
bestemmingsgeschikt,
conform de speerpunttechno-logica der cohorten,
in enkel voor ons dit eeuwige wijken
onhoudbaar het hunne
ach, uiteindelijk
[..]
schep mij uit, ontader mij en
stop uw hand in het stof
je kop in de stopverf
hou je pinkje ter stuiting
voor de raamspleten van het buiten
waarin de wind zijn waanzin giert
tussen de klembillen van binnen
steek je gebaren in een handschoen van taal
hou ver van je woordgeurige neus
die nare klankscherven dat snikken bv.
jouw helsblauwe withemelse zucht
in ons tentje heerste steevast luchtgebrek
wilde paarden draven waar wij hijgen
kom we vermaken het leed tot een klucht
zo verzon ik je het maanglazige zwijgen
[.]
hier
nu
balanceer het
taalstaal op het
koude tongpuntje
van bv. de schone van Li –
plof het mes schroevend
in mijn onbuigzaamheid
mijn stramme vers zal niet spartelen
prop je liefde valse liefde erbij
je meewaren en het schokken vooral
van je hulpeloos klaarkomende lijfje
draai het maar uit, span mij op
in de takken van je haat:
ik ben jouw dode
wereldhuid