de dingen veranderen
Op een dag duurde het niet zo lang meer dat ik dromende
ik was zoals u mij kent, lieve glijzieke beschubde, en
vervolgens dat ik een mini-slang was die in huidplooien
als in verse lakens glijdende was, de wasmiddelgeurtjes
van het linnen in mij opnemend. Maar: ‘dit kan niet’,
dacht ik dan, of: ‘slangen, ruiken die wel?’. Gif neem ik er niet op.
Daar werd ik wakker dan en ik besefte dat ik het was, nog steeds.
Toch blijft de vraag overeind of ik het nu was die droomde
dat ik slang was, of dat Slang woordenloos droomt dat zij mij is.
De wasmiddeltjesgeuren blijven. Laat ons die benoemen als
het veranderen van de dingen. Hier is mijn hand, hou ze
bij je mond en blaas zachtjes zodat de palmhaartjes bewegen.