Altijd slavenmeisje,
bronsborstig koninklijkje,
moederbevlekte draai
om de ezelsoren,
aarde beschreven met
oceanenpennenhalen.
De inkt komt uit de mensenpot.
Er klinkt een schot.
De tsaar is kapot – uitroepteken!
Triomftocht der komma’s, aan
de gepeupel-linie.
———————————————
Hun razernij aarzelt niet,
volkswoede is geen vergissing
(tussen de haakjes van eeuwen).
In plaats van een oorbel glinstert
je oorlel van de overheidszegels.
Meid met een zwaard, zó hard anti
anti-verwekking, zó oude oude
vroedvrouw van oproer.
(naar een fragment uit ‘Azië’ van Velimir Chlebnikov)