De huizen vallen in de huizenrij
en in de rij van huizen staan
de huizen vallend in de rij.
De koepel floept van Koekelberg en ook
de zon schiet rakelings de flats langs
in heur haren. Te paardenstaarten
hangen woorden als ik ben toch wie ik ben
maar hoe zeg je dat in het Arabisch?
De stad is krom en er zit rot en roet en vet alom
en molm in het gebinte en smurrie in de voegen
en slijm en dras drijft in de goten.
Traanmoeders wrijven zich de benen uit hun oogkassen:
ga toch spelen kinderen voor het te laat is
om op het plein pleintje te spelen.
Op mijn hand in de haartjes
blaast de wind een weg door
de wiegende wei en de beek
zeg ik, daar, ja kijk daar
die met de kikkervisjes,
weet je nog?
2007 – 2017, uit “HEMELNETLYRIEK – Lyrische teksten van vilt.skynetblogs.be 2004-2007” P.O.D.-boekje in voorbereiding
De serie ‘Gedicht van de dag’ geeft sinds 2/06/2017 dagelijks, in de laatst bewerkte versie, een andere dv-tekst met dagelijks een ander dv-prentje.
(gelieve taal- of spelfouten of andere stoorsels te melden als reactie hier, dank!)
Leve de Praktijk van de Vrije Lyriek