Ik zie mij zwemmen gevangen in mijn
zwemmen, mijn lijf een bundel baleinen:
het blauw krijgt mijn roze moeiteloos klein
& meewarig als woorden dolfijnen
met gebaren van vin redden mij.
Tot zout droogt de zee de zon op mijn huid
& bij scheepsflarden & zeemeeuwgeluid
vochtige dijen dansen & lonken
mijn willoosheid om tot vaststaand besluit:
op dit land blijf ik beter gezonken.