1. Geen nieuws goed nieuws
“Literatuur is nieuws dat nieuws blijft”, zo deelt ons mede de oude waarzegger Ezra Pound. Een uitspraak die als Facebookstatus al meermaals bedolven werd onder de likes: zolang het onderwerp van Pound’s bruinigheid vermeden kan worden, wordt er massaal instemmend cognacbelgeklonken en dikke sigaargetrokken bij Vijveruitlatingen als deze. “Hoor, hoor”.
Goed, maar hoe speelt de literatuur dat klaar, zo’n evidente tegenspraak? Pound lost het op door het ‘nieuws’ in de bijzin te (her)configureren als ‘iets dat interesse wekt’. Nieuws kan nieuws blijven als het morgen op evenveel interesse kan rekenen. Een waarzegger pur sang als onzen Ezra weet dat ie zich dan sito presto uit de voeten moet maken en zo snel mogelijk een nieuwe waarheid ‘zeggen’, anders dreigt het net voor waar gezegde in de schrijfhand te exploderen.
Want heeft Pound met zijn explicatie iets van zijn waarzeggerij effectief ook uitgelegd? Ach, hij zit al lang weer in één zijner Cantotanken citatenschrapnel in het rond te schieten, want natuurlijk niet: hij heeft de innerlijke tegenspraak enkel ietwat naar buiten geduwd om zo met een aangetoonde waarheid te kunnen pronken. Geen Vijverlezer die nu weet hoe de literatuur er in slaagt om als oud nieuws interessant te blijven. Dat is gewoon zo.
Laat het gewoon zo zijn, ik wil gewoon weten waarom het gewoon zo is. Wel, een figuur zoals de innerlijke tegenspraak is een tovertruuk die, dat is onder welopgevoede mensen genoegzaam bekend, de aandacht afleidt van een evidentie die niet mag gezien worden. De vraag wordt dus (ha ik zie dat de rondborstige derridaderivaten zich beginnen te roeren onder de dakpannen): welke evidentie wil Pound hier verbergen?
Pound gooit zijn schone majamantel over de vanzelfsprekendheid dat literatuur geen nieuws is. Niet nu, niet ten tijde van Homeros, niet morgen na de schielijke dood van de zombie van de post-Post-literatuur. Literatuur kan en zal ook nooit interesse wekken omdat het zoals krantenartikelen of tv-journaals of newsfeeds recente gebeurtenissen, nieuwe feiten of het nieuws van nieuwe ontdekkingen verspreidt. Het gaat, volgens de Neo-Kathedraalse visie op literatuur (waarover zo dadelijk meer, want ik heb niets te verbergen), ook niet op om te beweren dat de literatuur nieuwe kennis bevat of wil doorgeven, dat schrijvers van literaire werken ‘ontdekkingen’ doen of anderszins ‘vooruitgang boeken’. Dat is larie en apekool u ingelepeld door meelopers met de kampioenen van de literaire waan, de voor internering met stip genoteerde leden van de zogenaamde literaire Avant-Garde. Voorhoede van welk leger? In welke veroveringstocht dient men deze Onverschrokkenen te zoeken?
Neen, beminde Kathedraalgangers, de nieuwswaarde der literatuur is netto afgewogen nihil, nada, zilch. Zeker er zijn, naast eerder behoudsgezinde ook notoire ‘vernieuwers’ onder de literaire auteurs. Maar die brave mensen brengen ons niets nieuws zoals een fysicus ons een nieuw inzicht in het ontstaan van het heelal kan schenken, zoals een astronoom ons nieuw ontdekte planeten kan offreren of zoals een ingenieur ons een nieuwe constructiemethode kan bezorgen of zelfs maar een bakker ons met een verdomd lekker nieuw koekje kan komen vermaken. Het enige wat vernieuwende literatoren doen is hetzelfde als de anderen, maar dan anders. “Ha die pipo van Ostaijen schrijft zijn verzen holderdebolder over de pagina’s van zijn boekske in plaats van netjes rijmend op een rijtje van boven naar onder. Da’s iets nieuw!”. Neen: da’s iets anders. De reclame van dienen tijd deed dat ook, dat valt op, dat maakt indruk, dat ressorteert effect…
De ‘verworvenheden’ van de literatuur blijven dus voor eens en voor altijd hetzelfde. De enige ‘verworvenheid’ (voor één keer verkiezen we het enkelvoud boven de pluraliteit) van de literatuur is dat het literatuur is.
Oei. Gemor in de zaal. Aja, natuurlijk, ik hoor het al: “wat is dan, gij waarzeggerke van mijn kl., voor u de literatuur?” Wel voor mij is er niks, mijn lieve medemensen, niet eens een warm lief om bij te kruipen sebiet, maar de literatuur in de huidige Neo-Kathedraalse Optiek (een Iets met nen Dikke Bril) is alles wat er op een gegeven tijdstip als Literatuur gelezen wordt.
Denkt daar alvast maar ’s goed over na, over die fantastisch Waargezegde, en bijzonder bruikbare Nieuwe Definitie (tja, als ge iets uit de Vijver haalt, moet ge iets anders in de plaats zetten, da’s nu eenmaal de Vijverwet).
En spoedt u, want het gaat waarschijnlijk niet lang nieuws blijven!
2. Niet Art
Een overpeinzingske. Over totaal onbelangrijke dingen, het is tenslotte weekend.
Over lectuur van online teksten: door het gebrek aan concentratie (gevolg van het lichtbakstaren) verdwijnt (of krijgt niet de kans om te zich hoorbaar te maken) de innerlijke stem. Je kan die wel oproepen, maar dat is moeite doen. In de Geldruimte moet ‘moeite doen’ opleveren, dus quasi niemand doet dat.
Als je een boek koopt, koop je die potentiële innerlijke auteurstem. De leeservaring binnen handbereik. Je hebt daar dan wel geen tijd voor (voortdurend gebrek aan tijd in de Geldruimte, tijd is geld, dus het tijdsgebrek moet indien nodig kunstmatig hoog gehouden worden, door onzinnige behoeftecreatie bv.), maar het bezit is genoteerd, er is aantoonbare aanwezigheid. De verkoop van e-books is dan ook aan de gemiddelde literatuurkoper niet besteed. Literatuur is immers in de eerste plaats kastvulsel, nieuws dat braafjes nieuws mag blijven in de leeskasten der Tijdlozen. Er staat zo’n 200 GB aan schalks gesprokkelde digitale tekst op één van mijn harde schijven, maar mocht ik ooit nog ’s bezoek hebben, niemand daaronder zou geïmponeerd door onze ‘bibliotheek’ het Centrum van het Gekende Universum verlaten…
Net Art, daar denk ik dan plots aan, omdat het de vinger legt op een persoonlijk dilemma, een gapende wonde in de strakke huid rond mijn bestanden, was nooit levensvatbaar omdat je het niet kon kopen.
Kunst is verhandelbaar Creatief Afval. Net Art produceerde alleen maar het lijfje van de netartist als afval. Als je het niet kan kopen, is het geen Kunst. Uiteraard vond ik Net Art héél plezant, hoewel mijn pogingen om mijn collega’s op de innerlijke tegenspraak te wijzen niet erg werden geapprecieerd (zo heb ik ooit het domein ‘netartdoesntexist.org‘ naar mijn Kathedraal laten verwijzen, ze konden er op de discussiefora van Rhizome.org, het virtuele club house der netartigen, niet om lachen …).
Ge begrijpt waarom ik mijn teksten liever niet laat/liet verspreiden door bedrijven die zich ‘Uitgever’ noemen. Tant pis voor de Stem in mijn geschriften. ‘Ze’ (de arme argeloze lezers) moeten maar moeite doen (niemand doet moeite in de Geldruimte als het niet opbrengt…). Ik heb immers Kunstvrees, Dégout d’ Art, een Fatale Walgkanker die flink gemetastaseerd is naar mijn schrijven. Bon, soit: ge wordt daar niet echt ziek van ofzo, van Kunstvrees, maar als ge bijna niks anders doet dan schrijven en tekenen en prutsen, is dat wel slecht voor uw huwelijk, om maar een iets te noemen. “Wat voor ne zot zit er hier in mijn kot!?”
Daarom was ik ook maar al te blij dat mijn kandidatuur voor deelname aan de eerstkomende Open M tentoonstelling niet weerhouden werd. Mijn kandidatuur beantwoorde geheel aan de formele regels die ertoe waren uitgeschreven, dus heb ik nu een valabel bewijs in handen dat mijn Neue Kathedrale des erotische Elends, mijn Neo-Kathedraals hangkastje en de fabelachtige kliederwerken die ik met CB realiseerde, dat quasi alles wat ikzelve memorabel acht geen Kunst is. Open M richtte zich immers specifiek tot Kunstenaars uit Vlaams-Brabant en vroeg om de voorgestelde werken als Kunst te beschrijven. Aan de memorabiliteit van de ingediende werken kan onmogelijk worden getwijfeld, derhalve kunnen we enkel besluiten dat deze werken niet als Kunst werden ervaren!
Pfjew, dat was close!
Enfin soit, wat het ook is, Kunst is het niet en het is vooral ook, zo heb ik meermaals mogen ervaren, mottigmakend slecht voor de commerce!