Alanus Auriga, monsieur Charretier,
gigant van geleerdheid, gegeerd om uw woord
Koninginsgekustte, publiek op de mond,
Vader der Franse Liefdesvertellers,
grootse geest alom geroemd & lelijk
als een vetsliertenruiende kwijlende hond,
waar is de tijd dat uit alle de kwislichtbakken
geweerd werden de schrijvers zo lelijk als gij?
& Hoe, door welk wonder, werd toch zo plots
elk typend talent zo geil & zo heet
& zo knap & zo blond?