voor l.d.
De keuken is een keuken
De living is een Thai. De straat
Is opgebroken, je stapt in putten
Als je gaat. De apothekeres
Is mager nog & schriel & oud.
Haar zon verft zwarte ramen goud.
Er lopen doden rond in Kessel-Lo:
Ze willen allemaal mijn bloed.
De reiger klapwiekt statig in het park
Ik kus mijn lief, zij doet mij goed.