voor m,g.
Doorheen de ogen der omwonenden
Met dol de dreun der maatschappij in mij
Mijn woord wordt wet, zichzelf verschonende
In mijn denken rechtgezet & vrij, blij
Dwars door nijd & los van spijt, zo is mij
Uw zon gegeven, zo plots & blakend
Is uw reine huid een werelds baken
In dit rijmend graf & erfenis:
Het zachte rimpelen van het laken,
Uw liefde die mijn lot & haven is.
Wespelaar, eerder deze dag.