overal op de gang gaat het teloor. een deur slaat toe, een meute zit mij op de hielen. de duisternis wordt stilaan ondoordringbaar. er schiet een natte kat door mijn benen, of was het wat anders?
redden we het nog? ik wil het jou vragen, mijn hoofd is een bijtende nek. je gilt, er spat bloed op het kleedje, ik probeer nog te zeggen hoe mooi ik dat vind, vond, mijn vingers komen handen tekort.
overal op de gang gaat het teloor. er is tumult, een oude vrouw die naar uien geurt smeekt mij om verlossing, ik strompel kokhalzend verder & verkondig dat je het haar niet mag gunnen, alsjeblief, gun het haar niet.
er is een sissend geluid als van een lont die kronkelend brandt. er is de geur van verschroeid haar.
het leven is gevuld met gaten, op de gang gaat er een schreeuw door mijn keel, overal gaat het teloor.