voor N. L.
Ik heb de nood om jou lief te hebben
In de gloed van jouw aanwezigheid.
Ik ben een zee die niet wil ebben,
Een strand bevroren in de eeuwigheid
Van mijn verlangen naar jouw helderheid.
Ik sta hier stil te beven in jouw vuur:
Ik weet niet meer waar, hoe & of ik duur,
Maar al jouw goud slaat nieuwe stralen aan
& In de waarheid is er nu een uur
Waarin millennia tot ons vergaan.