In mijn vingers rust de totaliteit,
In mijn handen is er niets dat nijpt,
In mijn armen ontstaat verscheidenheid
Ik ben het schone dat aan schoonheid slijpt
Omdat het schone in zichzelf pas rijpt,
& Niets zichzelf als plaats ter dood belijdt,
Zichzelf voor ons in pathos overschrijdt.
Maar alles is nu eenmaal wat ik wil,
Het stille hier, de datum van de spijt,
Betoverd zijn, het dorre van uw schil.
Categorieën