Zomer, stof waar nu al de mot in zit:
Rafels, slingers, slierten om het lijf,
Vruchten tonen door gebladerte hun pit,
Hun eigen zijn staat eetbaar buiten kijf.
Winter wordt weer koning, herfst is zijn wijf,
Dat geil al het groen van de takken stroopt,
Op verlossing in het naakte leven hoopt.
Ik knoop jouw blouse tergend langzaam los,
Ik heb jou links tot wit, rechts tot rood gedoopt
& Het versmelt tot vuur: jouw diepe blos.
LYLIA, een reeks van 449 dizains is een hedendaagse herschikking van de Délie van Maurice Scève, een werk, verschenen in 1544, dat op haar beurt veelvuldig verwijst naar de 366 canzioniere (del vario stile) van Francesco Petrarca’s grote Liedboek. Een dizain, in de strikte vorm die Scève (en ook ik nu) hanteerde, bestaat uit tien verzen van tien lettergrepen in een vast rijmschema (ababbccdcd).