(berichten uit de permanente staat van beleg #4)
gruwel & waarheid. waarheid & gruwel. hun dagelijkse omstrengeling, de drang naar het kwaad in de goede bedoelingen, de speer van de haat dwars door het hart van de boosdoener, de gekruisigde slaaf.
de ontkenning van alles. de blik op oneindig, het niets als een waas in de ogen.
arbeit macht frei, stond er ergens. & dan, dus, dus, ja, dan kan je toch geen gedichtjes meer zitten schrijven. überhaupt. dan is er enkel sprake van arbeidsethiek. dan kijken we niet meer om naar onze verpletterde aarde. dan wordt er doorgedaan. de nijd heerst. ik gun jou niets want er wordt mij niets gegund. de hebzucht is een zichzelf opblazende kikker. let op voor rondvliegende velletjes.
de ware gruwel is dat elke waarheid gruwelijk is, maar dat we dat onmogelijk verleerd krijgen: onze liefdeloze hang naar bevestiging. dat quasi niemand in staat is om te beseffen dat de heersende uitbuitingsmechanismen exterminatiemachines zijn, dat er op deze weg geen overleving mogelijk is. dat we liever geloven in de schoonheid van de mens, daar hebben we wat aan. een troostende gedachte, terwijl we elkaar de das omdoen. uit onmacht.