Geef mij regen, natte wolk in mijn hand Geef mij de wind, waai dat haar in mijn mond Geef mij de hitte, jouw huid glijdt als zand Geef mij de hagel, jouw ijs dat verwondt Geef mij de vorst, ik vries ook in jou rond. Geef mij jouw bries, ik prevel de woorden Geef mij […]
Maand: juni 2012
Jij was het licht, de spiegel in mijn zicht, Jij was verhaal, waarheidsgrond waarop ik stond Ik was lyriek, verdichtsel in jouw licht, Tergoedertrouw & kwijlend als een hond Een dwaas, vertekend naar jouw harde mond. Ik ben de zon, maar eenzaam is mijn staan Jouw bleke lijf is onder mij vandaan. Ik maak de […]
Niets zijn wij nog, vermoeid, vervloekt, gehaat. Schimmen: fragiel, weerloos, geprijsd, ontdaan, Niets nog, nummer in het rot van de staat Skelet van letters, puin van het bestaan De banvloek van beleg ons aangedaan. Kuilen gapen, ogen breken, kindjes slaken Scherpe kreten, moedermonden braken Betekenis in bloed op het laken Van de sneeuw. Dode dichters […]
city (light)
Schimmen zijn wij, beminnen is gebrek Aan haat want liefde is evenement: Het hartje flikkert op & af als gek. Er wordt gewacht, weldra zijn wij dement, Dan kan de vorm gegoten voor de vent. Ik spook in de stad, er liggen flarden Lied van mij waar mijn stem verhardde Tot gestalte, dood lijf waarin […]
binnenstebuiten
Vervloekt zijn wij, dolgedraaid in onszelf, Benoemd & daardoor in de ban gedaan Van wat de naam benoemt, een mager zelf Dat buiten ons beamen van de waan Geen ruimte heeft, geen werkelijk bestaan. Ik ken jouw stem, jouw klank, jouw melodie: Jij bent het binnen dat ik buiten zie Die warme gloed in mij, […]
Weerloos zijn wij, in staat van genade Heilige larven, vieze temptatie, Infestatie, hooggeleerde maden, Vuil onder de nagels van de natie, Puinwaaiers, grijze pedimentatie, Steuntrekkers, lowlifers, verbaal kabaal Voor alle zeven dichters in de zaal. Ik, ik breid mij uit in tijd & ruimte Ik explodeer, ik vlam, ik word globaal: Flitspaal word ik in […]
Vermoeid zijn wij, de ogen parelen Droef in het donker, drijvende zoeken, Bij gedachten die neerwaarts warrelen, Been in het woelen, huid onder doeken: Wij vinden niets, wij tieren, wij vloeken. Vaal kleeft ons het licht aan van de schermen, De wereld is een veelheid van zwermen, Er is angst, het recht is dode letter, […]
Fragiel zijn wij, doorzichtig in de wind Zwakker dan de doden die wij maken, Onzeker qua bestaan, een wankel kind Trillend voor het Al dat ons kan raken & Toch wat wreder weer in het kraken Van wat beneden ons nog zwakker is. Wij weten hoe ik mij in jou vergis, Ik wil niet mij […]
over de Agamben-cyclus in Lylia
[ net iets in die aard in een tekstspleet op FB gemurwd, ik wou het toch ook anders bewaren, zichtbaar houden, vooral voor mijzelf omdat de verwoording het creatieve proces verhelderen kan, soit, dus: ] De laatste weken ben ik zowat mijn lectuur van Giorgio Agamben’s Homo sacer publiekelijk aan het ‘verteren’ in enkele dizains […]