Vannacht, ik had een slapeloze nacht, las ik enkele gedichten van Kees Ouwens, uit zijn bundel ‘Van de verliezer & de lichtbron’. Onder meer deze regels trof ik daar aan:
GISTEREN…
Gisteren was ik in de werkelijkheid van anderen
Naar anderen gemaakt is die natuurlijk zelf
Maar alle daden komen uit hun handen
En het is ze aan te zien waartoe zij dienen
Morgen zal alles verschillen van vandaag wijder
Dan hemelsbreed. En de anderen, verbeurd geworden,
Herkennen zich niet in de lateren. Maar of zij verblijven
Onder derden kunnen, is de vraag
En het antwoord woekert met de wildgroei van tentakels
Zo, dat was het dan.