Een zin schuift van de hoge ramen af
& Zomp in straten dalen woorden neer
Waar dof de mensen dolen op & af,
Die willen dit of dat & dan nog meer.
Zij kopen heil na heil & elke keer
Hangt er een nieuwe letter van de naam
Te jeuken in hun vlezig vruchtlichaam.
De naam wijst ieder naar een goed bestaan,
Een lot dat iedereen wil ondergaan.
Een zin kwam neder van het hoge raam,
Elk woord is rot, de zin heeft afgedaan.