Je raakt als kind vertrouwd met eeuwigheid:
De plaats is dan oneindig rijk aan tijd,
De tijd staat bol van onbereikbaarheid,
Er is een al dat naar het ene leidt
& Elke klank is vanzelfsprekendheid.
Ik ga de tuin door naar een herfstig bos,
Ik laat verlangen, haat & liefde los.
De zon verwarmt maar er komt vorst vannacht
De wind geeft alle bomen nu haar blos:
Er is het niets dat duren gaat & pracht.
Categorieën