voor a.c.
in rimpels wijde golven klank weerklonk
eglantiere strompeling in okerzin
de maan satijn uw waterzuchten dronk
mij broos het breukblad ik te roos bemin
uw kelkduisterende nu omarmde zin.
mijn vingers uw vingers groeiend om goud
adem adem omademt overoud
in prehumane hunkering de keel
ontpopt haar slaande siervleugels koud
omvlamde letters tot uw lijf geheel.