Wij waren honden wij, jong, uitnodigend
Met de geur van de lente diep in de pels
De bloesem op bomen ons verhogend,
Een lied, intiem, & heel erg onbijbels,
De klauwen vooruit, de liefde rebels.
Wij zijn gestorven wij, elkaar ontvallen,
Het valse verstomt in het slijk der wallen.
Ik doe mijn kleed al aan, stut mij nog
Nu ik het lege in de leegte laat schallen,
Niets kan mij deren, mijn ogen breken toch.
Categorieën