Ik zag u allen in dat weerlicht staan:
Er was gestamel, u versmolt tot zucht.
De trein die u bracht liet u niet meer gaan,
Er waren dodelijke regels, harde tucht
De zon verdween, er kwam een zware lucht.
Als u niet geeft om wat er leeft naast u,
Dan bent u niets, een tel, niet meer dan nu.
Ik heb mijn falen voor u uitgespreid,
Mijn angst, mijn woede & mijn haat voor u.
Geef mij haar lach, ik zie haar wereldwijd.