De kale takken met hun strak gebinte
Steken blind in een brij van dichte mist:
Er rest ons niets van het beminde,
Ons verleden wordt tot wit gewist,
& er is niemand anders die het mist.
Wij worden langzaam van onszelf ontdaan:
Jij kan niet wachten op een nieuw bestaan,
Jij staat te springen in die lege tijd.
Ik heb al lang mijn ogen toegedaan
Ik zie dat wit & wat ik was met spijt.
22/11/2010 rev. 18/03/2011
(Alle LYLIA-teksten tot dusver zijn aan (een eerste) revisie toe, ook al omdat ik besloten heb om alles conform het rijmschema van de Délie van Scève te maken. De revisies verschijnen hier voortaan genummerd met een verwijzing naar het oorspronkelijke schrijfsel. De systematische revisie daalt af in de tijd: wat niet gereviseerd wordt, was allicht wel aardig ook, als ruis)