Hoe onvoorzichtig toch, & ondoordacht
Dat ik jouw liefde wou, het volle niets
Dat je in ons bed ten tonele bracht,
De woorden die je sprak, dat holle iets,
Waaraan ik mij kon spiegelen, het niets
Dat niets ziet, het bulderen van schijn,
Een waterval die steen & gras wou zijn,
Mijn graf, omgeven door de groei van pijn.
Mijn hand is een schelp, ik hoor de zee,
Ik zie jouw schaduw & ik doe niet mee.
Categorieën