Droefmonden drijven, het tedere sterft,
De regen op daken herhaalt slechts de slaper
In ritmisch verval, het doffe nu dat hij erft.
De tuinen van toen, de lust, het later
Verwelkt, alle hoop ligt brak in het water.
Dreiging doemt op, armada’s aan kusten
Gebrek aan geweld, men vraagt te berusten.
Kinderen zingen, reikhalzende halmen,
Gekooid in de loop van een dode droom.
Ik weiger te rijmen, mijn hart is te groot.
24/11/2010 rev. 02/03/2011
(Alle LYLIA-teksten tot dusver zijn aan (een eerste) revisie toe, ook al omdat ik besloten heb om alles conform het rijmschema van de Délie van Scève te maken. De revisies verschijnen hier voortaan genummerd met een verwijzing naar het oorspronkelijke schrijfsel. De systematische revisie daalt af in de tijd: wat niet gereviseerd wordt, was allicht wel aardig ook, als ruis)