Hoor jij de stilte al, het klankgebrek
Dat na de eerste sneeuw het land bedekt
& Alle ruimte in een laagje wit betrekt?
Zie jij de kraaien ook, elk dier een vlek
Die naar het nachtzwart van de aarde bekt?
Ruik jij buiten in de vrieskou ook het hout
Dat in de kachels brandt als vluchtig goud?
Ik heb mijn spreuken voor jou uitgestald
Ik snoer jouw hemel vast aan deze hel,
Ik zing eenzelfde lof als ooit een skald
& zie: mijn vuur bevriest, mijn ijs brandt fel.
29/11/2010 rev. 01/03/2011
(Alle LYLIA-teksten tot dusver zijn aan (een eerste) revisie toe, ook al omdat ik besloten heb om alles conform het rijmschema van de Délie van Scève te maken. De revisies verschijnen hier voortaan genummerd met een verwijzing naar het oorspronkelijke schrijfsel. De systematische revisie daalt af in de tijd: wat niet gereviseerd wordt, was allicht wel aardig ook, als ruis)