Het rare is: dit is verschrikkelijk,
Jouw mondigheid heeft iedereen verblind.
Ik spreek van goden, jij doet zakelijk.
Jij spreekt van liefde, maar ik ben niet blind:
Jij bent van ondergang het troetelkind.
Ik zal beschrijven hoe je ooit bestond,
Want jij vergeet het vlees, de droom er rond,
Hoe wij twee als zwarte gouwen waren,
Van aarde & hemel één groot verbond,
Nu kan jij enkel nog naar boven staren.
12/02/2011 rev. 28/02/2011
(Alle LYLIA-teksten tot dusver zijn aan (een eerste) revisie toe, ook al omdat ik besloten heb om alles conform het rijmschema van de Délie van Scève te maken. De revisies verschijnen hier voortaan genummerd met een verwijzing naar het oorspronkelijke schrijfsel. De systematische revisie daalt af in de tijd: wat niet gereviseerd wordt, was allicht wel aardig ook, als ruis).