Stijg jouw negentigduizend mijlen hoog
& Zie de nietigheid van elk verlangen:
Hoe groot ben jij? Het leven is een boog,
Alles is aan onze zon verhangen,
Hoor hem stralen diep in de gezangen.
Hemellichaam jij, ingelijfd in mij
& Ik verdwijn in jou & niets zijn wij,
Een trilling in een trillen dat verschijnt
& Weer verdwijnt, een harde naam erbij,
& Aan het hogerop komt nooit een eind.