Uw licht maakt van mijn hok een kathedraal,
Het vult de ruimte op tot aan de nok
Ik kus uw huid als reine zonnestraal
& Hoor uw lach bij ’t vallen van uw rok.
Het duister nu heeft helemaal uw luister:
Ik zie er schatten in, & glinstering.
Uw volle maan begraaft mijn dag in licht:
Ik zie de schijf van uw betovering
& Smelt een lijf erin dat ik beminnen mag.
U hebt mijn nacht in ’t zilver omgebracht