Ik bloed de leegte in die mij ontvangt,
Ik heb geen ogen meer, het zicht is weg.
Ik kleed je uit in duister, niets verlangt
Het niets dat roert naar iets, ik zeg
Je alle schoonheid aan, mijn stem vervelt,
Wervelt in je aders, radeloos, ik smelt.
Ik wil dit leven niet waarin ik lijd.
Ik wil jouw lichaam nu, & dan oneindigheid.
O ruimte, rondom ons,van verlangen zwaar
Koester mij, het niets waarin ik haar bewaar.
Categorieën