Donker is de nacht & ik hark hier blind
De bladeren weg terwijl een veelvoud
Ervan de einder mij ten einde bindt.
Mijn schouders punten, mijn hand is woud,
& Als ik wijs verschijnt de hel als goud.
Ik ga het water in, u vindt mij niet,
Het is de lege huls die u omklemt & ziet:
Ik slijt mijn dagen in die dag van haar,
dat uur, die zin, dat aarzelende gebaar.
Categorieën