Categorieën
Schoonschrift

NKdeE Schoonschrift – l

‘l als in lach’ dv 2010, NKdeE Schoonschrift, bister op papier, vóór het uitknippen

Categorieën
Kathedraalse Leer Schoonschrift

NKdeE Schoonschrift -k

“k als in kat” dv 2010, NKdeE Schoonschrift, bister op papier, vóór het uitknippen   Claude Lévi-Strauss in his preface  to Roman Jakobson’s Six lectures on Sound and Meaning, Sussex 1978, ISBN 0-85527-841-2: A myth never presents a specific meaning to those who hear it. A myth sets up a grid, solely definable in terms […]

Categorieën
Schoonschrift

NKdeE Schoonschrift – j

“j als in ja” dv 2010, NKdeE Schoonschrift, bister op papier, vóór het uitknippen

Categorieën
LAIS

let op voor vallende zinsdelen

1. Dadelijk de herfstzon valt op de koude Bladeren, het rillen is er van  het oude: Asse, asem, angst, het wrede vreten Van, aan herinnering, vergetelheid. De aarde draait zich ochtendlijk meteen Het duister in & niemand wil nog weten Hoe het klatergoud je haren op de daken,- Hoe de mist je lichaam in de  […]

Categorieën
Schoonschrift

NKdeE Schoonschrift -I

“i als in in” dv 2010, NKdeE Schoonschrift, bister op papier, vóór het uitknippen

Categorieën
lyriek

HUYGHENS flarf (blind)

Een Blindeman van ’t Heylich pad na Rome ’t Werelsche besit en is toch niet als droomen Soo vol vertwijfelings, soo vol strijts, soo vol blints Die ’t meenen al te sien: De Letter-Li’n zijn blint En Sien maer door haer boeck, struijcklen als een kint Die d’een des anders oogh onnooselick dé baeren Dichters […]

Categorieën
Schoonschrift

NKdeE Schoonschrift -i

“i als in iets” dv 2010, NKdeE Schoonschrift, bister op papier, vóór het uitknippen

Categorieën
lyriek

HOOFT flarf

Het clagen can versachten d’ongena & De wind beweecht de droeve boomen Een dochter van Juppijn can hier niet comen, Kloot die drejt, soo sijse vindt sij is  ‘er drae Liefde aen eene zij can int cort verdure Ysers hart als t hart van mijn’ Godinne Een bedtgenoodt schoon, jonck, gelijck van sinnen of swerelts […]

Categorieën
lyriek

REN Flarf

Ach, blinckende claer, twee schoon Esmerauden En haer ghesalft op Sion mijnen berch Heur ondercleet was gout met hemels blau Uyt dit groot cleet quamen vremde gedrochten Met Venus plaeghen hem tonderbrochten: Som violet, som bont  en soo voorts ane Som vloghet nu, dat nau en plach te gane. Hoe sou ick rijsen doen haer […]

This website uses the awesome plugin.