Bij Embleem 1
(>Defaux)
motto van het eerste embleem: ‘Pour le veoir je pers la vie’, te lezen als ‘à cause de la vue je perds la vie’ (Defaux TII, p.23)
De Eenhoorn komt terug in E26, als eerste over de helft van het werk als ‘Lycorne qui se voit’, de Amant die, alleen nu, zichzelf weerspiegelt ziet en zichzelf verbijsterd: ‘ De moy je m’ espouvante’ –solipsisme, pure spiegeling, het geweten schrikt van zichzelf ).
De Eenhoorn is symbool van de Kuisheid (Chastité), maar hier gewond door de pijl van de Basilisque (Délie’s ogen), en zoeekt dus vertroosting in de armen van wie hem verwondde. Instemmend slachtoffer, perfecte verbeelding van het hoofdmotto ‘Souffrir non Souffrir’.
In spiritueel opzicht kan de Eenhoorn gelezen worden als symbool van het vleesgeworden woord, de ‘miraculeuse sublimatie van het vleselijke leven’, van de Incarnatie en, ook , van de Onbevlekte Ontvangenis. Zie ook Hooglied 2.6.
Wat het embleem ons toont, in zijn geheel, is de onopgeloste spanning tussen Eros, verlangen en de ‘plus haute Vertu’, de Kuisheid.
VI
Libre vivois en l’Avril de mon aage, De cure exempt soubz celle adolescence, Ou l’oeil, encor non expert de dommage, Se veit surpris de la doulce presence, Qui par sa haulte, & divine excellence M’estonna l’Ame, & le sens tellement, Que de ses yeulx l’archier tout bellement Ma liberté luy à toute asservie: Et des ce jour continuellement En sa beaulté gist ma mort, & ma vie.
← Daily Delie V Daily Délie VII
Daily Délie: elke dag een nieuw dizain van de Délie van Maurice Scève.
De bron van de noten is de monumentale Edition critique van Gerard Defaux, Droz 2004
De vertalingen zijn vlugge pogingen tot verduidelijking van de originele tekst in begrijpelijk Nederlands. Verwijzingen naar woorden in de originele tekst staan tussen ronde haken. Alternatieven, expliciteringen of on-Nederlandse vertalingen staan tussen vierkante haken.De lezing gebeurt in fazen, raadpleeg de index van de ‘affe’ lezingen.
Vertaling
Vrij leefde ik in het April van mijn leeftijd
vrij van zorgen in die adolescentie
waar het oog, nog geen expert van schade
zich verrast zag door de zachte aanwezigheid
die door haar hoge en goddelijke excellentie
mij ziel en zin zo in verwarring bracht [mij de Ziel verbaasde & ook de zin zodanig ]
dat de boog van haar ogen heel zachtjes (bellement)
mijn vrijheid helemaal aan haar knechtte:
en sinds die dag voortdurend
beheerst haar schoonheid mijn dood en mijn leven.
Noten
Herhalingsdizain van de essentiele gegevens uit de eerste dizaines, het is een andere verwoording die meteen ook nauwer aansluit bij Petrarca, de subtekst is vooral R3 maar ook R23.1 ‘Nel dolce tempo de la prima etade’; R325.13: ‘ch’ era de ‘anno et di mi’ etate aprile’
r.2: ‘adolescence’ cf. natuurlijk het werk van Clement Marot
r.3: cf. r.4 van D3
r.9-10: refereert naar het devies van het Embleem 1, zodat we niet hoeven te twijfelen: de Délie is ‘ook’ het eerste Embleemboek in de Franse taal…(Defaux)